dinsdag 24 februari 2015

Gingen we het nou doen, of niet?

Ik was benieuwd wat er zou gebeuren als ik hem ontmoette. Zouden we het doen, of zouden we het niet doen? Ik twijfelde. Was er zelfs een beetje zenuwachtig over. Van mij mocht het. Ik heb daar geen problemen mee.

In Marokko was ook al eens zoiets voorgevallen. Ik kwam in de kamer van mijn schoonvader. Hem kus ik altijd op zijn hand of voorhoofd. Dat is een gebaar van respect. Dat deed ik dus. Maar in de kamer zat een man die ik niet kende. Een man met een baard en een jurk. Ik moest een inschatting maken. Baard-en-jurk, baard-en-jurk, ging het door mijn hoofd. Daarbij hoorde niet het handen-schudden-met-een-vrouw. Maar alleen die informatie, dat is te kort door de bocht. Want als zo'n baard-en-jurk openlijk naar mij kijkt en blijft kijken, dan kunnen we best handje schudden. De man keek niet op of om toen ik binnenkwam, dus toen wist ik dat het handjes schudden niet doorging. Ik ben mevrouw Verdonk tenslotte ook niet, die dan stennis gaat schoppen en erop staat, het in de krant laat komen en nog meer van die toeters en bellen veroorzaakt. Wel een leuk idee trouwens. Hoe zorg je voor een groot publiek? 

Later hoorde ik hoe opgelucht de baard-en-jurk was geweest dat ik niet met uitgestrekte hand naar hem toe was gekomen. Ik was best trots dat ik de juiste inschatting had gemaakt. Aan het uiterlijk en gedrag van de man kon je gewoon zien dat hij strikt 'de regels' volgde. Het was gewoon niet gepast om zo op hem toe te lopen en me voor te stellen...



De man was een half uur te laat voor onze afspraak. Niet een baard-en-jurk dit keer. Het was een zakelijke ontmoeting.  Eigenlijk had ik me de hele weg erheen al afgevraagd hoe het zou gaan. Was hij echt een 'strenge bekeerling', dan gingen we geen handjes schudden. Maar dat zegt nog niet alles. Hij kan het ook niet doen, omdat hij respect heeft voor mij. Dat gebeurde eens toen ik mijn hoofd nog bedekte. Een man kwam binnen bij de familie waar ik op bezoek was. Hij gaf iedereen een hand, behalve mij. De gastvrouw vroeg waarom hij mij geen hand gaf.  Niet dat het mij iets uitmaakte. Ik kon zijn redenen wel aanvoelen.

Wil je nou nog weten of we 'het' gedaan hebben tijdens die afspraak? Nou vooruit, het antwoord is 'ja'. Hij kwam dus maar liefst een half uur te laat binnen als een wervelwind, schudde mijn hand en we hadden een leuk en fijn gesprek. Zo lastig als ik het me had voorgesteld, was het dus niet!

woensdag 18 februari 2015

Een complimentje...liefdadigheid

Tsja, dat wil iedere vrouw wel. Toch? Geef het gewoon toe! Een complimentje is toch altijd fijn? Oh ja? Ook van een stinkende ouwe zwerver? Mwah, als hij maar miet al te dichtbij komt dan. En niet zijn alcoholgeur over me heen walmt.

Ik had al snel door waarom het was. Liefdadigheid. Wat zei ik ook alweer in een eerder blog? Iedere glimlach... Juist. Maar deze man had iets nodig. En hij wist precies hoe hij het moest krijgen. Slimmerik. Hij riep het al van ver. "Want kunt u mooi combineren. Ja, ik zie het wel: bruine jas, bruin mutsje, bruine schoenen. Heel mooi." Dat kun je niet weerstaan. Het gaat automatisch. Het had ook helemaal geen zin om snel weg te gaan. Mijn fiets met bak vol Indonesische gerechten stond nog op slot.

Wat doe je dan? Automatisch meedoen. Je begint gewoon te lachen. Niet dat ik me achteraf gestrikt voelde of zo. De man zag er ook heel armoedig uit. Hij droeg slippers. Wel met sokken aan, maar toch veel te koud voor dat moment. Het was koud en er stond een flinke wind. "Heeft u iets nodig?" vroeg ik? Nadat ik de man een beetje geld gegeven had uitte hij nogmaals een paar complimenten. Hij zei dat hij het meende. Ik stapte op de fiets en reed weg, nog naglimmend van de uitingen van de man. Het kon me niet schelen of het gemeend was of niet. Hoewel hij wel een hele acteur moest zijn als het niet 'echt' was...

Eigenlijk ben ik niet zo voor geld geven aan zwervers of bedelaars. Er was een tijd dat ik dacht dat het ook echt niet mocht voor mijn geloof. Ik meende dat als ze er misschien alcohol voor gingen kopen, ik er persoonlijk voor zorgde dat ze gingen drinken. Daarom gaf en geef ik bij voorkeur eten. Maar de Indogerechten die ik net gekocht had, waren voor mijn gezin bestemd. Niet dat ik alleen daarom toch geld gaf, ik denk er nu anders over. Als je het geld eenmaal aan iemand anders geeft, is het niet meer van jou. De rest is de verantwoordelijkheid van de ontvanger. Voor jou blijft over de daad van liefdadigheid in de ogen van de Schepper. Zo zie ik het nu.

Liefdadigheid, het is een gift, iets te eten, een klein woord, een gulle lach. Ook de ontvanger met zijn slippers gaf mij er een stukje van...